Hoe geef je vorm aan ‘meedoen’ bij volwassen cliënten die veel behoefte hebben aan bescherming en structuur? René van Merm is persoonlijk begeleider bij Odion De Noordster in Purmerend. In plaats van in beperkingen dacht hij in mogelijkheden, waarbij hij rekening hield met de interesses van de cliënten. Hij nam een groep mee naar zijn atletiekvereniging en dat leidde vervolgens tot iets anders moois.
Veiligheid – “De grootste uitdaging bij deze cliënten is dat altijd de veiligheid van een begeleider nodig is”, steekt René van wal. “We bezochten tot nog toe de buitenwereld door bijvoorbeeld gezamenlijk te zwemmen of winkelen, of door als groep andere activiteiten te ondernemen die bijdragen aan hun ontwikkeling. Totdat ik op het idee kwam om iets te organiseren bij de atletiekvereniging waar ik zelf lid ben.”
Uitdagingen – Het idee leek simpel, maar de praktijk bracht toch wat uitdagingen. “De baan wordt overdag ook gebruikt door enkele scholen”, vertelt René. “De manager van de gemeentelijke organisatie die de baan beheert, voorzag dat er met ons erbij wellicht niet genoeg ruimte meer zou zijn. Gelukkig maakte mijn contactpersoon zich hard voor ons en nu sporten we er iedere woensdag. De cliënten vinden het prachtig. Het is mooi om te zien dat iemand die eerst niet over een poortje kon stappen nu helemaal zelfstandig het uitgezette parcoursje aflegt!”
Prikken – Bij ‘meedoen’ kun je dus op uitdagingen stuiten, maar soms verloopt iets juist heel soepel. Zoals het contact met de groep gemeentereinigingswerkers die bij dezelfde vereniging sport. “Ik vroeg hen of ze ook in de buurt van De Noordster actief waren en of we iets samen konden doen”, vertelt René. “Ze waren meteen enthousiast en hun leidinggevende zag het ook direct zitten. Nu prikken we eens per twee weken samen vuil. Soms gaan een paar andere Noordster-cliënten mee, we zijn gemiddeld met z’n tienen.”
Gasflessen en een spijkerbroek – Arthur en Johan zijn twee van die andere cliënten die meeprikken. “Stom dat mensen al dat plastic en die blikjes zomaar weggooien”, vindt Johan. “Dat kost allemaal geld en het is slecht voor het milieu. Wij ruimen het op en maken het weer netjes.” Arthur is meer van ‘het grote spul’. “Ik heb in de bosjes een keer een spijkerbroek gevonden!”, vertelt hij triomfantelijk. “En ook al twee keer een lachgasfles.” René ziet regelmatig opgestoken duimpjes van voorbijgangers. “Bovendien gaan de gemeentewerkers ontzettend goed met de cliënten om”, vindt hij. “Ja inderdaad”, beaamt Johan. “Het is soms best lachen.”
Odion staat voor een samenleving waarin iedereen volwaardig meedoet. Waarin organisaties vol vertrouwen gebruikmaken van de vaardigheden, interesses, wensen en sterke punten van mensen. Ook als die mensen een beperking hebben. Odion zet een beweging in gang. We gaan nu voor elke cliënt apart op zoek naar een betekenisvolle daginvulling in de samenleving. We vinden een rol die bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt past, die haalbaar is in de levensfase en waarbij de cliënt echt kan MEEDOEN.